Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [23]Op zijn dag zult gij zijn loon geven, en de zon zal daarover [24]niet ondergaan; want hij is arm, en [25]zijn ziel verlangt daarnaar; dat hij tegen u niet roepe tot den HEERE, en [26]zonde in u zij. 23. Dat is, tenzelfden dage, wanneer hij gearbeid en zijn loon verdiend heeft. 24. Dat is, gij zult maken dat hij voor den ondergang der zon voldaan is. 25. Hebreeuws, hij verheft zijn ziel tot, of, naar hetzelve; te weten, loon; dat is, zijn hart verlangt daarnaar. Zie Ps.24:4. 26. Zie boven, hfdst.23 vs.21.